Home

Financiële verantwoording

Over het algemeen geldt dat naarmate de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, de exploitatie meer flexibel is dan een exploitatie waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De structurele exploitatieruimte wordt uitgedrukt in een percentage en wordt bepaald door het structurele begrotingssaldo te delen door de totale baten, zodat beoordeeld kan worden welke structurele ruimte er is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent dit dus dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Structurele exploitatieruimte

Bedragen x € 1.000

Rekening 2022

Begroting 2023

Rekening 2023

Begroting 2024

Saldo van totale baten en lasten

-7.382

-2.712

-21.812

-19.307

Saldo van totale toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

45.583

7.293

50.520

19.989

Begrotingssaldo na bestemming

38.198

4.582

28.706

678

AF: incidentele reservemutaties

36.524

540

44.875

12.199

AF: incidentele baten en lasten (saldo)

-11.157

-3.419

-14.324

-13.918

Structureel begrotingssaldo

12.831

7.461

-1.845

2.397

Totale baten

662.960

617.672

728.464

667.738

Structurele exploitatieruimte

1,9%

1,2%

-0,3%

0,4%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de structurele exploitatieruimte -0,3% bedraagt. Een positief dan wel negatief percentage houdt in dat de structurele uitgaven voldoende of onvoldoende gedekt zijn door structurele inkomsten.

Er zijn geen landelijke normen voor de structurele exploitatieruimte, omdat het percentage sterk afhangt van de lokale situatie, maar hier geldt hoe hoger dit percentage is, hoe beter de financiële positie van de gemeente.

Deze pagina is gebouwd op 07/10/2024 08:29:36 met de export van 07/10/2024 08:07:47