Financiële verantwoording

De lasten zijn structureel € 2.195.000 hoger dan begroot, omdat met name de landelijke cao-wijzigingen leidden tot hogere tarieven voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding/dagbesteding WMO en vervoer. Daarnaast hebben zorgaanbieders 1 week (week 53) extra mogen declareren.

De lasten zijn incidenteel € 2.158.000 hoger dan begroot, omdat er (via de GR Sociaal) meer aanspraak op inkomensondersteuning is gemaakt.

De baten zijn incidenteel € 2.123.000 lager dan begroot, omdat de gebundelde uitkering van het Rijk (BUIG) naar beneden is bijgesteld.

De lasten zijn deels incidenteel en deels structureel € 930.000 lager dan begroot, omdat:

• de verwachte groei van de 'oude' doelgroepen voor met name bijzondere bijstand (zoals algemene levensbehoeften, verhuiskosten en aanvullende bijstand voor jongeren onder 21 jaar) en bewindvoering te hoog was geraamd.
• door de uitkering van energietoeslagen mogelijk minder inwoners een beroep hoefden te doen op de reguliere regelingen, zoals bijzonder bijstand.
• de nieuwe doelgroepen van de uitgebreide minimaregelingen nog niet volledig zijn bereikt.
• de ramingen van het herijkte minimabeleid niet meer gebaseerd zijn op actuele CBS-cijfers. We zien over een periode van 2019 tot en met 2022, dat de omvang van de doelgroepen van minimabeleid (tot 150% van het Wettelijk Sociaal Minimum) een licht dalende trend vertonen.
• de (handelings-) kosten van het SMS-kinderfonds te ruim waren begroot en deels bij het begrotingsprogramma Bestuurlijk en Ondersteuning (onderdeel Dordtpas) zijn geboekt.

Er is hierdoor € 266.000 minder van de reserve PA 2022-2026 Armoedebeleid en minimaregelingen geboekt.

De lasten zijn incidenteel € 161.000 lager dan begroot, omdat met name het aantal kwijtscheldingsverzoeken en geautomatiseerde kwijtscheldingen lager is dan geraamd.

De lasten zijn incidenteel € 461.000 hoger dan begroot, omdat de -qua omvang onzekere- inzet van GR Sociaal voor hersteloperatie Kinderopvangtoeslagaffaire (KOT) niet was begroot.

De baten zijn incidenteel € 461.000 hoger dan begroot, omdat de verwachte rijkscompensatie rijksbijdrage voor de inzet op de hersteloperatie KOT niet was begroot.

De lasten zijn incidenteel € 904.000 lager dan begroot, omdat:

• er minder (dure) ambtelijke inzet van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ was.
• sprake is van rentebaten.
• jeugdhulpaanbieders op de regionale zorgmarkt minder (dure) diensten in zowel 2024 als voorgaande jaren hebben verleend. Dit wordt deels teniet gedaan door het toegenomen gebruik van persoonsgebonden budgetten en meer jeugdbeschermingsmaatregelen.

De lasten zijn incidenteel € 560.000 lager dan begroot, omdat:

• we cofinanciering van het Rijk voor praktijkondersteuning huisartsen hebben ingezet (€ 320.000).
• we minder lokale initiatieven voor het jeugdbeleid hebben ontvangen/gefinancierd (€ 135.000).
• interventies van het regionale programma Werk voor de Jeugd doorlopen naar 2024 (€ 105.000).

De baten zijn incidenteel € 59.000 lager dan begroot, omdat we de ontvangen middelen voor het regionale programma Werk voor de jeugd deels hebben doorgeschoven naar 2024.

De lasten zijn incidenteel € 239.000 lager dan begroot, omdat we cofinanciering van het Rijk voor BSO+ hebben ingezet. Zie raadsvoorstel over Inzet niet bestede middelen reserve sociaal domein .

Er is hierdoor € 239.000 minder van de reserve SI-Sociaal domein innovatiebudget & versterken sociale infrastructuur geboekt.

De lasten zijn incidenteel € 247.000 hoger dan begroot, omdat onze ketenpartner JongJGZ gevluchte Oekraïense kinderen in zorg heeft gehad.

We zijn hiervoor gecompenseerd door het Rijk. Zie vrijvallende middelen voor Meerkosten Oekraïne sociaal domein ter grootte van € 261.000 uit de Decembercirculaire 2023 op programmakaart Algemene Dekkingsmiddelen.

De lasten en baten zijn incidenteel € 227.000 lager dan begroot, omdat we de activiteiten en bijbehorende programmagelden van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) deels mogen doorschuiven naar 2024.

De lasten zijn incidenteel € 305.000 lager dan begroot, omdat:

• de verbouwingen van trefpunt De Stoof en ontmoetingscentrum Het Polderwiel vertraging opliepen (€ 106.000).
• de post voor exploitatie van ontmoetings-/wijkcentra niet volledig nodig was (€ 101.000).
• we cofinanciering van het Rijk voor de verlengde openingstijden van de Stadsbibliotheek als warme ontmoetingsplek hebben ingezet (€ 98.000).

De lasten zijn incidenteel € 172.000 lager dan begroot, omdat:

• de aanpak eenzaamheid en de WMO-cliëntondersteuning (mede door cofinanciering) goedkoper uit vielen (€ 65.000).
• we minder subsidies voor participatielekken (No label) hebben verleend (€ 44.000).
• we zorgkosten voor een goede overgang van beschermd naar zelfstandig wonen (i.c. Thuis in de wijk) deels hebben verhaald op regionale middelen (€ 40.000).
• interventies van de sociaal pontonnier deels verhaald zijn op de bestemmingsreserve Beleidswensen (€ 23.000).

Er is hierdoor € 132.000 minder van de reserve PA 2022-2026 Innovatie- en preventiebudget Sociaal Domein geboekt.

De lasten zijn incidenteel € 371.000 hoger dan begroot, omdat de omvang van de aan de exploitant door te betalen energiecompensatie van het Rijk 2022 en 2023 voor de Sportboulevard hoger is dan begroot.

De baten zijn incidenteel € 371.000 hoger dan begroot, omdat de van het Rijk ontvangen energiecompensatie niet volledig was begroot.

De lasten zijn incidenteel € 1.278.000 lager dan begroot, omdat een aanvullende lening (zie 2023-0145968 ) nodig was alvorens de aanneemovereenkomst door v.v. Dubbeldam kon worden ondertekend. Na de start bouw in 2024 zullen de uitkering van de schadeloosstelling en begrotingssubsidie aan v.v. Dubbeldam kunnen plaatsvinden.

Er is € 1.270.000 minder van de reserve sportparken geboekt, omdat er onder andere nog geen betalingen aan v.v. Dubbeldam zijn verricht.

De lasten zijn incidenteel € 163.000 lager dan begroot, omdat nog niet alle onderzoeken inzake de uitvoering van het programma sportparken (sportvisie) zijn uitgevoerd (zie ook raadsbesluit 2021-0135173 ).

Hiervoor is een voorstel tot budgetoverheveling ter grootte van € 163.000 vanuit resultaatsbestemming 2023.

De lasten zijn incidenteel € 635.000 lager dan begroot, omdat er nog niet beschikt is op aanvragen voor de subsidieregelingen Renovatie en/of nieuwbouw sportvoorzieningen en Professionaliseren sportverenigingen (zie ook stand van zaken uitvoering sportvisie 2023-174026 ). Daarnaast is de planvorming wijksportparken vertraagd door de vertraging bij het vaststelling van de sportvisie 2030.

Er is hierdoor € 635.000 minder van de reserves SI Sportparken en PA 2022-2026 Sportaccommodaties sportparken geboekt.

De lasten zijn incidenteel € 219.000 lager dan begroot, omdat het 'overlagen' van de fietspadenstructuur op sportpark Schenkeldijk (RIS 1369185 ) is uitgesteld vanwege de bouw van de nieuwe accommodatie van v.v. Dubbeldam en de ontwikkelingen inzake Stadspark XXL. De huidige staat van de fietspaden is door slijtage dermate verslechterd, dat in het voorjaar van 2024 een noodreparatie ten laste van dit budget moet worden uitgevoerd.

Hiervoor is een voorstel tot budgetoverheveling ter grootte van € 219.000 vanuit resultaatbestemming 2023.

De lasten zijn incidenteel € 215.000 lager dan begroot, omdat een deel van de extra middelen voor de uitvoering van het Lokaal Sportakkoord en de brede regeling combinatiefuncties (nog) niet is besteed.

De baten zijn incidenteel € 95.000 lager dan begroot, omdat de extra middelen ad. € 130.000 vanuit het Rijk mogen worden meegenomen naar 2024 (nadelig) en er daarnaast cofinanciering ad. € 35.000 is gerealiseerd (voordelig).

De lasten zijn incidenteel € 322.000 lager dan begroot, omdat de uitvoering van het programma vertraging heeft opgelopen. Enerzijds komt dat door onvoldoende beschikbare capaciteit, zowel intern als extern, waardoor het tijdsplan is opgeschoven. Ook hebben er personele wisselingen plaatsgevonden bij de ketenpartners waardoor enkele processtappen extra aandacht vroegen. Om die reden verwachten we dat de begrote kosten alsnog worden gemaakt, maar dan later. Een andere reden is dat er voor het traject 'monitoring', een belangrijke voorwaarde om tot samenwerking te komen, een langere tijd nodig was om tot consensus te komen, waardoor uitvoeringsprojecten uitgesteld moesten worden.

Er is hierdoor € 322.000 minder van de reserve Toekomst Dordtse Jongeren geboekt.

De lasten en baten zijn incidenteel respectievelijk € 249.000 en € 248.000 hoger dan begroot, omdat de ontvangen financiële middelen voor de functie van de re-integratie officier zijn uitgegeven.

De lasten zijn incidenteel € 371.000 hoger dan begroot, omdat het resultaat over 2023 van GR Sociaal op het onderdeel Drechtwerk is tegengevallen met € 794.000. Bij de Kaderbrief 2023 was reeds afgerond € 420.000 verwerkt voor loon- en prijscorrecties als ook de bijstelling van de Rijkssubsidie SW met als grondslag de septembercirculaire 2022.

De lasten voor Beschermd Wonen en Opvang zijn incidenteel € 770.000 lager dan begroot, omdat meer rijksbijdrage is ontvangen en de uitgaven lager zijn uitgevallen dan eerder werd ingeschat.

De baten zijn incidenteel € 313.000 hoger dan begroot, omdat een aantal subsidies lager zijn vastgesteld, waardoor terugbetalingen zijn ontvangen.

De lasten voor inburgering zijn € 1.580.000 lager dan begroot, omdat er door lagere instroom minder inburgeringstrajecten zijn gerealiseerd.

De baten zijn incidenteel € 1.491.000 lager dan begroot, omdat als gevolg van een lager aantal inburgeringstrajecten er minder rijksbijdrage is ingezet.

De baten zijn incidenteel € 150.000 hoger doordat de dekking van de stelposten uit het programma Bestuurlijk en Ondersteunend Dordrecht op dit programma zijn gerealiseerd.

De lasten zijn incidenteel € 605.000 lager dan begroot, omdat het resultaat over 2023 van GR Sociaal op het onderdeel Apparaatskosten is meegevallen.

De lasten zijn incidenteel € 235.000 lager dan begroot, omdat GR Sociaal de gemeentelijke kosten voor de uitgekeerde energietoeslagen 2022 heeft herrekend vanwege de landelijke compensatieregeling "verdeelherstel-actie Energietoeslag 2022".

De lasten zijn incidenteel € 1.501.000 lager dan begroot, omdat voornamelijk het resultaat over 2023 van GR Sociaal op het onderdeel Participatie is meegevallen. In 2023 zijn door GR Sociaal verschillende instrumenten ingezet voor de doelgroep. Ondanks alle inzet, is er een overschot op het onderdeel Participatie.

De lasten zijn € 265.000 lager dan begroot, omdat er een afrekening heeft plaatsgevonden met GR Sociaal in verband met terugbetalingen van Tozo-gelden.

De baten zijn € 392.000 lager dan begroot, in verband met een terugbetalingsverplichting van Tozo-gelden aan het Rijk.

Oorzaken met een verschil kleiner dan € 100.000 worden niet nader toegelicht.